De nieuwste analyse software van ActiGraph, ActiLife 6, reflecteert de continue toewijding aan de gebruikers. ActiGraph heeft zich bij de ontwikkeling van AcitlLife 6 is gefocust op het verbeteren van de efficiëntie en integriteit van data-collectie en de data-management omgeving. Met behulp van een nieuwe, solide infrastructuur en verschillende geanticipeerde nieuwe eigenschappen is ActiLife 6 ontworpen met als centraal doel het helpen van de gebruikers bij hun vergaring van wetenschappelijke en klinische gegevens. In de afgelopen jaren is het softwareteam van ActiLife gegroeid met 200%, wat ons in staat stelt snel te kunnen reageren op de wensen van de gebruikers door middel van nieuwe en verbeterde data-verzameling, processen en analyse capaciteiten. En groter team betekent een snellere ontwikkelingscyclus en meer frequente updates voor de ActiLife gebruikers. Bestellen of een offerte opvragen? Neem dan
Wat is het verschil?
ActiLife zal dezelfde cut point categorisering gebruiken, ongeacht de epoch lengte vanaf versie 6.8.
Bij versies 6.7.1 en ouder, gecategoriseerde ActiLife epoch waarden in cut point "buckets" door het schalen van het count level tot aan de 60s equivalent. Het hieronder getoonde voorbeeld vat het verschil in cut point resultaten voor een 10s epoch bestand samen en zijn 60s equivalent, over een periode van 5 minuten. Let op dat de 10s uitsplitsing van cut point resultaten zorgen voor een kleiner epoch.
OUDE MANIER (ActiLife 6.7.1 en ouder [voor Augustus 2013])
Bij versie 6.8 en later, zullen de resultaten identiek zijn, onafhankelijk van de epoch lengte van de files.
NIEUWE MANIER (ActiLife 6.8.0 en nieuwer [Na Augustus 2013])
De afbeelding hieronder laat de verschillen in het berekenen van de resultaten zien:
Waarom deze verandering?
Na een gesprek met een aantal marktleiders, hebben we vastgesteld dat de cut punten zelf niet zijn ontworpen om te worden vergeleken met geschaalde, sub-60s spoch count levels. Documentatie beschreven in de FAQ "Activity cut points?" valideert deze beslissing verder. Al deze cut points zijn bedoeld om te worden gebruikt met 60s bestanden.
Wat is de impact op mijn data?
Als je cut punten in het verleden zijn verwerkt met behulp van sub-60s epoch bestanden, zijn de resultaten niet direct met elkaar te vergelijken. Die bestanden kunnen worden verwerkt in de nieuwe versie van ActiLife omdat we er altijd voor zorgen achterwaartse compatibiliteit. Uw originele epoch en ruwe data wordt nooit veranderd door ActiLife zodat het reproduceren van data altijd en op elk moment mogelijk is.
Wij doen ons best om veranderingen in algoritmen te vermijden, maar we willen ook onze gebruikers te informeren als we daartoe gedwongen zijn. We stellen uw begrip op prijs; wanneer er vragen zijn kunt u gerust contact met ons opnemen..
Wanneer de verzamelde data in ActiLife door elkaar zijn gegooid of zijn verplaatst, is het mogelijk om de DPI settings naar 86 DPI of normale fronts te zetten waardoor het probleem dat ondervonden wordt, gecorrigeerd wordt.
In Windows XP werkt dit als volgt:
3. Klik op ‘advanced’
4. Verander de DPI setting in ‘normal size’ (96 DPI). Bij een andere gekozen waarde zal ActiLife haar gegevens door elkaar gooien.
5. Klik op ‘OK’ en klik ‘JA’ wanneer er gevraagd wordt om de pc opnieuw op te starten.
Bij Windows 7 werkt dit als volgt:
1. Klik op het desktop op de rechter muisknop en kies voor ‘aan persoonlijke voorkeur aanpassen’.
2. Klik links onderin op ‘beeldscherm’.
3. Selecteer ‘Laag – 100% (standaard)’ en klik op ‘toepassen’.
4. Kies voor ‘nu afmelden’ om de veranderingen toe te passen.
Er zijn 2 smaken van de ActiLife software, de full en de lite variant. Een full versie betekend dat u alles met de software uit kan voeren wat er nodig is, dit houdt bijvoorbeeld in de activiteitenmeters op naam zetten, patiëntgegevens importeren, verzamelde data van de activiteitenmeter naar de software exporteren en de data analyseren. De lite versie is exact dezelfde software, met het grote verschil dat het hiermee alleen mogelijk is de reeds verzamelde data van het apparaatje af te halen en er een nieuwe persoon aan te hangen zodat er snel opnieuw gestart kan worden met de meting. Dit is vooral handig om te gebruiken wanneer er een grote onderzoekspopulatie en meerdere onderzoekers bij een project betrokken zijn.
Een proxy server kan door de ICT afdeling in sommige instanties zijn toegevoegd om individuele computers te beschermen en/of te controleren. Deze servers controleren al het internet/netwerk verkeer van een specifieke computer die onder de server valt, op basis van de ingestelde configuraties van de beheerders. Diw wordt gedaanom te voorkomen dat gebruikers naar websites gaan waar de veiligheid niet van gewaarborgd kan worden, of simpelweg niet geschikt zijn voor gebruik van het netwerk zoals Faceboek, Youtubt etc.
Om ActiLife toegang te verschaffen om te checken of er software updates zijn (met behulp van Data Vault) en om eventuele abonnementstatus te controleren, heeft ActiLife toegang nodig via Poort 80 (normaal webverkeer) en Poort 443 (beveiligde webpagina verkeer). In sommige organisaties wordt deze communicatie door de Proxy Server geblokkeerd. Wanneer u problemen ondervind met het activeren, openen of gebruiken van functies binnen ActiLife, neem alstublieft eerst contact op met de ICT afdeling om te verifiëren of er een Proxy Server is geïmplementeerd in het systeem. Is dit het geval, vraag welk adres van de Proxy Server is en welke poort betrekking heeft op het wel of niet doorsturen van het verkeer.
Vanaf ActiLife 6.3 is er een basis Proxy Support functie toegevoegd. Om deze functie correct te gebruiken en alles goed in te stellen, heeft u het IP adress van de Proxy server, het poortnummer en de gebruikersnaam/paswoord nodig. Het kan zijn dat de aangegeven standaardinstellingen voldoende zijn, maar dit is afhankelijk hoe de server is ingesteld. Indien er meer noodzakelijk is, dient de extra informatie handmatig te worden ingevoerd. Open hiervoor ActiLife en ga naar Edit, vervolgens naar Options en selecteer 'Proxy' aan de linkerzijde van het scherm en vul in het geopende scherm, zoals hieronder, alle noodzakelijke regels in.
Vanaf ActiLife Versie 6.1.x zijn er negen beschikbare sets cut of points beschikbaar. Deze punten zijn verkregen uit wetenschappelijke publicaties waarbij ActiGraph producten gebruikt werden. Definities van deze cut points en de referenties naar de corresponderende artikelen staan hieronder samengevat. Alle cut points zijn geschaald naar 60s epochs. De waarden zijn weergegeven in CPM; counts per minute.
Voor een uitleg van wat counts zijn, ga naar bijbehorende FAQ.
Freedson Adult 1998:
Freedson Adult VM3 2011
Freedson Children 2005
Puyau Children 2002
Teuth Childrens only 2004
Mattocks Children 2005
Evenson Children 2008
Pate Preschool 2006
Trost Toddler 2011
Troiano 2008
Deze resultaten zijn verkregen middels een cross-sectionele studie: National Health and Nutritional Examination Survey (NHANES) in de U.S.A. Data zijn verzamels uit 6329 deelnemers welke allen op zijn minst 1 dag een accelerometer hebben gedragen en van 4867 deelnemers welke 4 of meer dagen een accelerometer droegen.
Gedefinieerde tijd basis
Tijdens de initialisatie wordt er een starttijd gegeven aan de devices, ofwel een tijd waarop het device moet starten met het verzamelen van data. Het concept van 'start tijd' vereist dat aan het device zelf een tijdbasis wordt gegeven. Wanneer het device dan wordt geïnitialiseerd, zend ActiLife de huidige tijd (volgens de tijdbasis) uit naar desbetreffend device. Het device beschikt over een zeer accurate kristaloscillator welke ervoor zorgt dat de tijd gaat lopen. Deze oscillator werkt als een klok, totdat het device opnieuw wordt geïnitialiseerd. Door de kristaloscillator zal de tijdsafwijking ook minimaal zijn.
Atomisch vs lokaal
Vanaf ActiLife versie 6.5.0 biedt de software tijdens het initialiseren de mogelijkheid de tijdbasis te kiezen; de locale computer of een atomische klok. De keuze kan gemaakt worden door op de hyperlink te klikken die rechts van de optie 'Device Time' staat:
Wanneer de lokale tijd is geselecteerd, zal het device de tijdbasis krijgen van de lokale computer. Wanneer de atomische tijd wordt geselecteerd, wordt de tijdbasis genomen van het 'United States National Institute of Standards and Technology (NIST): http://tf.nist.gov/tf-cgi/servers.cgi . ActiLife maakt eerst contact met één van de vijf servers van NIST zoals te zien is onder de hyperlink. Wanneer er een tijd beschikbaar is wordt de locale tijdzone waarin de computer staat gebruikt als referentie om de juiste tijd te selecteren. De minuten en seconden worden direct van de NIST server gehaald. Wanneer geen van de vijf servers beschikbaar blijkt te zijn, wordt de tijdbasis gebaseerd op de locale tijd.
Deze feature is behulpzaam wanneer je data wilt synchroniseren waarvan de devices op verschillende computers zijn geïnitialiseerd.
ActiGraph wordt vaak gevraagd of de lengte van de gekozen Epochs de resultaten die in ActiLife berekend worden, beïnvloeden. Het antwoord is ja; alle berekeningen voor volwassen proefpersonen in ActiLife zijn gebaseerd op Epochs van 60 seconden; alle berekeningen voor kinderen zijn gebaseerd op 15 seconden durende Epochs. Bij andere Epoch lengtes wordt omhoog danwel omlaag geschaald om de juiste waarden te verkrijgen. De algemeen geaccepteerde industriële standaard voor de klassificatie of iemand als kind of volwassene wordt geschaald, zijn als volgt:
De linker zijde heeft Epochs van 10 seconden en de rechter zijde van 60, corresponderend met dezelfde data. Als voorbeeld gebruiken we hier de Freedson Combination (1998) EE formule en de Freedson Adult (1998) Cut Point klassificatie. Zoals je kunt zien zijn voor de afkappunt klassificatie van de 10 seconden epochs 30 seconden data welke in de 'vigorous' activiteitschaal vallen en 30 seconden van 'sedentary' activiteit. In de 60 seconden epochs zijn er 2 minuten van 'moderate' activiteiten. Wanneer er gekeken wordt naar kCals, dan geldt dat voor epochs welke <60 seconden zijn, er eerst opgeschaald moet worden naar 60 en vervolgens de EE formule toepassen en vervolgens terugschalen naar de originele lengte van de epoch. Zoals je kunt zien treden er zo ook significante verschillen op in kCals.
Dezelfde verschillen treden ook op bij METs, Bouts en tijdens de 'Sedentary Analysis'.
Het is mogelijk dat er een foutmedling komt wanneer de laatste release van ActiLife wordt gedownload. De meest voorkomende oorzaak hiervan is een corrupte of misformde "Prererences" bestand waardoor het voor ActiLife onmogelij kis om de nieuwe versie te importeren.
Tijdens het upgraden komt waarschijnlijk onderstaande foutmelding in beeld:
Om deze fout op te lossen, zul de alle voorgaande 'preferences' bestanden moeten verwijderen en ActiLife moeten installeren. Dit kunt u als volgt doen:
Klik op de 'Windows' knop en hou deze vast, druk vervolgens de 'R' op het toetsenbord in. De zogenaamde 'Run Dialog box' zal zich openen. Wanneer Windows XP gebruikt wordt, klik "%USERPROFILE%\LocalSettings\Application Data\ActiGraph\" (zonder aanhalingstekens) en klik OK. Wanneer Windows Vista of Windows 7 gebruikt wordt, toets "%LocalAppdata%\Actigraph\" (ook zonder aanhalingstekens) en klik OK. Hierdoor wortd een Windows Explorer geopend waar de User PReferences bestanden zijn opgeslagen. Verwijder de inhoud van de ActiGraph map (verwijder de ActiGraph map niet zelf) zoals hieronder aangegeven:
Wanneer deze map is verwijderd, kun je ActiLife opnieuw installeren zoals beschreven is in de FAQ 'Hoe moet ik ActiLife software installeren?'.
Wanneer alles goed is geïnstalleerd, moet ActiLife nu normaal openen. Wanneer deze 'preferences' bestanden zijn verwijderd wordt ActiLife weer terug gezet in de originele instellingen en de aanpassingen zullen opnieuw moeten worden ingevoerd (bijv. download locaties, custom made cut points, datum/tijd filters etc).
Verzamelen van Hartfrequentie data
Hartfrequentie wordt verzameld door een draadloze ANT+ en een hartslagmeter band en transporteerd real time data naar de wGT3X+. Om in staat te zijn om hartfrequentie data te ontvangen, dienen de volgende stappen ondernomen te worden:
2. Doe de hartslagmeterband om de borst. Voor instructies klik here.
3. De wGT3X+ zal gekoppeld worden aan het eerste ANT+ draadloze kanaal die zij detecteerd. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van ActiLife 6.5.0 of later is het niet mogelijk om een enkele hartslagmeterband direct aan de wGT3X+ te koppelen. Dit zal in de toekomst wel mogelijk zijn.
Als de wGT3X+ het signaal met de hartslagmeterband verliest, zal het direct beginnen met het zoeken naar een ander kanaal. Wanneer er niets wordt gedetecteerd, zal de wGT3X+ 15 seconden wachten en opnieuw beginnen met zoeken. Als er wederom geen signaal gedetecteerd wordt, zal na 30 seconden wederom gescand worden, en vervolgens na 60 seconden en 120 seconden. Dit zorgt ervoor dat de batterij van de wGT3X+ niet leeg raakt wanneer de hartslagmeter band niet wordt gedragen
4. Draag de wGT3X+ en de hartslagmeterband in de gewenste periode.
Downloaden van activiteiten en hartfrequentie data
Start de ActiLife software en verbind de wGT3X+ met de pc. Een *.agd bestand kan gemaakt worden ten tijden van het downloaden. Wees er zeker van dat de “HR” optie tijdens het downloaden aangevinkt staat zodat ook deze data wordt toegevoegd aan het *.agd bestand.
Als alternatief kan een *.agd bestand gecreëerd worden na afloop van het downloaden door “finished downloading” aan te klikken in de lijst van apparaten of na afloop door simpel wel de ruwe *.gt3x data file te openen welke automatisch wordt gecreëerd tijdens het downloaden van de data.
2. Het *.agd bestand bevat hartfrequentie data per minuut voor elke epoch. Deze is in te zien door het *.agd bestand te openen:
RR hartfrequentie data
1. Om meer gedetailleerde hartfrequentie data (R-R intervallen) te verkrijgen, kunt u a. de “heart rate R-R” optie selecteren in het menu File à Import/Export menu in ActiLife of b. de “Export Heart Rate R-R” optie van de AGD file viwer exporteren zoals hieronder is weergegeven:
2. Selecteer het *.agd bestand die de hartfrequentie data bevat waarin u geïnteresseerd bent. Een *.csv bestand zal dan gecreëerd worden.
Het begrijpen van de R-R hartfrequentie data
De R-R hartfrequentie data kan nader bekeken worden in Microsoft Excel. De data zal verdeeld zijn in drie kolommen:
Om de ‘Timestamp’ in m illiseconden in MS Excel te kunnen zien, klik je met de rechter muisknop op de ‘Timestamp’ kolom en te kiezen voor ‘Formal Cells..”. Selecteer het nummer van de tab en kies voor de ‘Custom’ optie. Zet het formal op m/d/yyy h:mm:s.000 en klik ok. Dit zorgt ervoor dat de Timestamp kolom de data in milliseconden nauwkeurig weergeeft. Een voorbeeld hiervan is te downloaden: here.
Hoe hartfrequentie data wordt ‘gevangen’
De ANT+ hartfrequentie banden meten de hartfrequentie met ongeveer 4Hz. Elke meting wordt getransporteerd naar de wGT3X+ en daar opgeslagen.
Alternatively, the *.agd file can be created after download by clicking "finished downloading" from the device list or later by simply opening the raw *.gt3x file that is generated at time of download.
2. The resulting *.agd file will contain basic beats per minute data for each epoch. This can be viewed by opening the *.agd file in ActiLife (simply double-click on the *.agd file).
Extracting R-to-R Heart Rate Data
1. To extract more detailed heart rate data (R-to-R values), either a) select the "Heart Rate R-R" option from the File->Import/Export menu in ActiLife or b) select "Export Heart Rate R-R" from the AGD File Viewer export menu as shown below
2. Select the *.agd file that contains the heart rate data you wish to examine. A *.csv file will be created in the same directory.
Understanding the R-to-R Heart Rate Data
The R-to-R heart rate data can be examined in Microsoft Excel®. There are three columns:
Nadat de PLM data zijn gescoord, kun je op de verschillende slaapperiodes klikken om een grafiek en de statistieken voor elke periode te krijgen.
Grafieken
Wanneer een slaapperiode wordt aangeklikt, verschijnt een PLM score grafiek. De groene achtergrond representeert de totale tijd in bed zoals ingevoerd door de gebruiker. De grafiek zal automatisch worden getoond voor de slaapperiode plus 1 uur daar voorafgaand en achteraf. De blauwe horizontale lijn stelt de ‘onset threshold’ voor en de rode horizontale lijk de ‘decay threshold’. De staafdiagram onder de activiteitengrafiek geeft de gebruiker een snel overzicht van de PLM bouts (bouts van activiteiten welke overeenkomen met de kwalificaties van PLM). Beide grafieken kunnen gelijktijdig in-of uitgezoomd worden door de muis te slepen over desbetreffend gebied. Om weer uit te zoomen, klikt u op de kleine cirkel in de linker bovenhoek van de grafiek tot het gewenste zoomniveau is bereikt.
Statistieken
- PLMI (per hour) - PLMI staat voor Periodic Leg Movement Indices. Deze waarde representeert het aantal beenbewegingen per uur, gemiddeld over de gehele slaapperiode.
- Minutes of PLM Kicks – Het aantal ‘kicks’ of activiteiten die de ondergrens overschreiden EN het totaal aantal minuten van opeenvolgende ‘kicks’ daarna.
- Number of PLM Kicks – Het aantal ‘kicks’ of activiteiten die de ondergrens overschrijden EN het aantal opeenvolgende ‘kicks’ daarna.
- Number of PLM Bouts – Het aantal PLM bouts welke hebben plaatsgevonden tijdens de slaapperiode(s).
- Average PLM Bout Length (min) – De gemiddelde lengte (in minuten) van alle PLM bouts welke hebben plaatsgevonden tijdens de slaapperiode(s).
- Minutes of PLM Bouts – De totale tijd (in minuten) van PLM bouts. Dee tijd verschild van de PLM kicks omdat kicks niet per se gekwalificeerd als PLM hoeven te worden.
- Avg PLMS Intensity – De gemiddelde intensiteit van de PLM’s tijdens de slaapperiode van alle bouts tezamen.
Voor meer informatie over de bron van de PLM formules, zie de FAQ "Waaraan zijn de PLM algoritmen ontleend?”
In ActiLife 6.5.0 zijn 2 nieuwe data export opties geïntroduceerd:
Exporting Only Valid Wear Time
Na de anallyse van de draagtijd, kan de geldige draagtijd direct worden geëxporteerd naar een *.csv bestand voor verdere anlayse buiten ActiLife.
BELANGRIJK: Hoewel het nu mogelijk is om de draagtijd te exporteren, blijft het raadzaam om werken met het *.agd bestand in ActiLife. Houd in gedachten dat de validatie van de draagtijd de 'non-wear epochs' in het *.agd file aangeeft en daarmee ActiLife zelf toestaat verdere analyse uit te voeren die geen enkele vorm van export vereisen.
Om geldige draagtijden te exporteren, kunt u het normale 'wear time validation' uitvoeren door de gewenste instellingen te selecteren. Klik op "Details" naast het bestand waarvan de geldige draagtijd zichtbaar gemaakt moet worden. Hieronder volgt een voorbeeld:
Klik op "Export" en verkrijg 2 opties om de data te exporteren: 'dagelijkse draagtijd informatie' en 'alle draagtijd in epochs':
1. Exporting Day and Wear Information
Wanneer je voor deze optie kiest, zal een *.csv bestand van de dagen en Wear/Non-Wear data gecreëerd worden en in het linker gedeelte van de Wear Time Validation detailscherm verschijnen. Hierin zal een samenvatting van de dagen, Wear/Non-Wear mminuten, Wear/Non-Wear percentages en gedetailleerde informatie van de Wear-Non-Wear periode van de gehele dataset staan. Kies een locatie en sla het bestand op.
2. Exporting all Wear Time Epochs
Wanneer je voor deze optie kiest, zal er een export bestand gemaakt wordt van alle draagtijd epochs. Deze zal bestaan uit een 60s epoch bestand, een minuut-tot-minuut overzich van alle geldige draagtijden voor de gehele dataset. Kies een locatie en sla het bestand op.
Exporting Calculated Kcals and MET Rates per Epoch
Wanneer je verder komt in de data scoring analyse, wil je wellicht de Kcals en MET waarden exporteren. Klik hiervoor op "Details" aan de rechter kant van het bestand en open de "Data Scoring Details" zoals hieronder getoond:
Klik vervolgens op "Export All Epochs" en een *.csv bestand wordt gecreëerd met Kcals en MET waarden voor de gewenste dataset.
Het is mogelijk om AGD en GT3X+ bestanden om te zetten in één of meer van de volgende formaat bestanden: DAT, CSV en AGD. ActiLife beschikt over tools om deze bestanden om te zetten in gespecialiseerde CVS bestanden of andere AGD bestanden:
Afhankelijk van de gemaakte keuze, wordt de opties om één of meerdere bestanden om te zetten gegeven. Het is mogelijk om meerdere bestanden in één keer om te zetten.
LET OP: voor deze handeling is een volledige versie van ActiLife vereist, dus geen LITE versie!
De Perodic Leg Movement (PLM) tool stelt gebruikers in staat om periodieke bewegingen met de benen op te sporen en te scoren bij patiënten met een PLM stoornis of rusteloze benen syndroom. Opmerking: De PLM tool is alleen compatibel met gegevens afkomstig van de ActiSleep of de nieuwe ActiSleep + apparaten.
Devices Initialiseren
Allereerst moeten de devices geïnitialiseerd worden op 1sec. epochs. Tijdens de initialisatie kan er optioneel gekozen worden om een slaapdagboek uit te printen. Het dagboek kan gebruikt worden bij patiënten die ervoor kiezen om de apparaten te dragen voor meerdere nachten in hun eigen huis of voor artsen die het slaapgedrag van meerdere patiënten willen volgen. Patiënten moeten worden geïnstrueerd om het slaapdagboek te gebruiken om de tijd in bed (TIB) en de tijd uit bed (TOB) bij te houden ten behoeve van analyse.
Bevestig de ActiSleep monitor op de top van de linker- en rechtervoet van de patiënt rond de bal van de voet zoals weergegeven in de afbeelding hieronder. Dit kan gedaan worden met verband of met de banden uit het ActiSleep monitorpakket. Patiënten dienen het apparaat tijdens de gehele duur van hun totale tijd in bed te dragen.
Downloaden van het device
Nadat de patiënt het device voor een x-aantal slaapperiodes heeft gedragen, kunnen de gegevens eruit gehaald worden. De ActiSLeep monitoren Creëren een *.agd bestand. Dit bestand kan gebruikt worden om de PLM data te scoren in desbetreffende tab. ActiSleep+ monitoren creëren een *.gt3x bestand. Dit bestand bevat ruwe versnellingsdata die verzameld zijn door het device en dienen te worden omgezet naar een *.agd bestand voordat de PLM gegevens geanalyseerd kunnen worden. Dit kan gedaan worden door te kiezen voor ‘create AGD file’ in het download scherm zoals hier beneden is weergegeven.
Selecteer 1s epochs en 3 assen:
Na het dowloaden zal het *.agd bestand worden gecreëerd en geplaatst worden in de eerder aangegeven map.
Scoren van de PLM data
Om periodieke beenbewegingen te scoren, opent u het PLM tabblad en selecteer het linker-en rechterbeen *. agd-bestanden. Klik op de "Add Sleep Periods" knop en selecteer de invoermethode.
- Add period Using Bed Times – Gebruik deze optie om handmatig tijden in te voeren die door dokter of patiënt zijn geschreven in het slaapdagboek
- Import from Setarate AGD File – Gebruik deze optie om slaaptijden van andere *.agd bestanden te importeren
- Enter Period Graphically – komt spoedig
Selecteer welke assen er gebruikt moeten worden om de PLM data te scoren. De Vector Magnitude optie combineert alle 3 de assen, gebruikmakend van de formule SQRT ((As 1)² + (As 2)² + (As 3)²).
Selecteer de drempel voor het detecteren van legitieme bewegingen. LET OP: deze drempels worden alleen toegepast op de mate van activiteit. ActiLife’s ingebouwde algoritme bepaald of iets wél of géén PLM activiteit is.
- Onset Threshold: de drempel (in counts per epoch) vanaf waar de PLM bewegingsdetectie start
- Decay Threshold: de drempel (in counts per epoch) vanaf waar de PLM bewegingsdetectie stopt.
Een start en stop drempel zijn beschikbaar om zgn. hysteresis te detecteren in bewegingen.
Zie voor meer informatie de FAQ: 'Wat zijn counts?"
Voor verdere informatie over hoe de PLM data te interpreteren, ga naar de volgende FAQ: 'Hoeinterpreteer ik de PLM output?
Hoe meet een ActiGraph device de helling?
Met de introductie van de 3-assige accelerometer is het ook mogelijk om naast de meting van fysieke activiteiten, deze ook te classificeren. De triaxiale GT3X monitor start hiermee door middel van de inclinometer, welke kan definiëren of een testpersoon staat, zit of ligt, wanneer de monitor tenminste om de heup wordt gedragen, of dat de monitor helemaal niet gedragen wordt. Dit geeft extra handvaten voor de onderzoekers of gezondsheidsprofessional om de data nog beter te kunnen analyseren en interpreteren. Deze 3 assen zijn ook beschikbaar bij de ActiSleep modellen en het onderzoeksmodel van de ActiTrainer.
Wanneer er geen activiteit wordt gedetecteerd wordt de acceleratie bij een 3-assige accelerometer gedetecteerd door zwaartekracht. De waarde is in feite een naar beneden gerichte vector waaruit de oriëntatie van de monitor wordt bepaald. Vergelijking 1 en 2 hieronder geven aan hoe de hoeken worden berekend om de houding van de testpersoon aan te geven, waarbij x, y en z de versnellingen langs die assen weergeven.
Vergelijking 1:
Vergelijking 2:
Wanneer de monitor om de heup wordt gedragen en perfect verticaal geplaatst is, zou versnellingen op de y-as alleen onder invloed van de zwaartekracht. Als een testpersoon een helling op gaat, verhoogt de ofset hoek (θy) ook. Als de monitor niet gedragen wordt, verwacht je dat de z-as alleen de acceleratie veroorzaakt door de zwaartekracht reflecteert. Op deze manier kan er worden onderscheiden of een testpersoon ligt of dat de monitor niet gedragen wordt.
Figuur 1 geeft een voorbeeld van dit met hoeken op de y-as in staande, zittende en liggende positie, en een ofset hoek van de z-as (rechts onder)
Figuur 1
Optimale drempelwaarden zijn essentieel voor het juist detecteren van de houding van de testpersoon. Dit is gebeurt door dataverzameling bij testpersonen met 30Hz. Testpersonen werden gevraagd om te staan, liggen en zitten, elk gedurende 5 minuten. Elke meting werd gecategoriseerd en een computersimulatie werd gebruikt om de optimale θy waarde voor staan, zitten en liggen te bepalen middels de fout tussen de bekende helling en de gegeven waarde te minimaliseren. Ruwe data werd verzameld middels een GT3X monitor met én zonder heupclips. Hetzelfde werd gedaan om de optimale θz waarde te bepalen.
Echter, wanneer de activiteid 6 counts per minuut bedraagt, wordt ervan uit gegaan dat de testpersoon zich in staande positie bevind door deze hoge waarde van activiteit en worden de hoeken genegeerd. Kort gezegt, als θy < 17º betekent STAAN, 17º < θy < 65ºbetekent ZITTEN en θy > 65º betekent liggen behalve als θz < 22º wanneer de unit UIT is. Interne tests hebben uitgewezen aan het 95% betrouwbaarheidsinterval is voldaan, met uitzondering voor de outliers (bijv. een testpersoon zat zo rechtop dat dit als staan werd gedefinieerd). Alle parameters van de algoritmen zijn aan te passen in de ActiLife software voor het geval nieuwe onderzoeken meer optimale waarden vinden.
Het beoordelen van de menselijke positie op basis van een 3-assige accelerometer voegt extra waarden toe aan de al zo solide presterende ActiGraph monitoren. Met de extra kennis van de positie van een testpersoon kunnen onderzoekers en gezondheidsprofessionals dieper de analyse induiken en meer accurate activiteiten niveaus, energie verbruik en stappen bepalen. Detectie van het niet dragen, liggen, zitten en staan is de eerste stap naar een nog meer gedetailleerde classificatie van activiteiten.
Volg de onderstaande stappen om ActiLife snel en makkelijk te installeren:
Gebruikers kunnen datum en tijdfilters opnemen in de ActiLife software. Deze filters maken het mogelijk om alleen de data van een specifiek tijdsbestek te analyseren. Datum en tijdfilters zijn stapelbaar, wat betekend dat filters elkaar kunnen overlappen. Om een nieuw filter te creëren, klik het ‘+’ icoon in de ‘date and time filters’ van het tabblad ‘Data Scoring:
Creëer een filter door gebruik te maken van een datum en tijd filter dialoog:
- Filter naam – de naam van het filter zoals zal verschijnen in de lijst
- Data opties – de specifieke dag of groep van dagen (weekenden/weekdagen) welke binnen het filter moeten vallen.
- Start/stop tijden – de tijden of dagen dat het filter zou moeten omvatten
- Klik op opslaan
Een lijst van filters ontstaat, zoals hieronder weergegeven. Door de boxen aan de linker kant aan of uit te vinken, kun je er voor kiezen bepaalde filters wel of niet te includeren in de analyse.
De GPS tab die vanaf ActiLife versie 6.3.0 is geïntegreerd, maakt het voor de gebruiker mogelijk zijn of haar eigen epoch level actigraphy data met ‘time-stamped’ GPS data te correleren.
De volgende GPS apparatuur wordt door ActiGraph ondersteund:
Na het verzamelen en correleren van de data, kunnen de volgende type bestanden gegenereerd worden:
Een CSV bestand welke de Actigraph data correleerd met de GPS data (inclusief GPS breedtegraad en lengtegraad, hoogte, snelheid en afstand indien beschikbaar)
Een activiteit intensiteitsmap (*.kmz bestand welke compatibel is met Google Earth en Google Maps)
Daarnaast worden de GPS data opgeslagen een een actigraph datafile (*.agd). Dit zorgt ervoor dat de GPS data voor verdere verwerking niet opnieuw hoeft te worden geïmporteerd. Het correlatieproces heeft daarbij geen enkele invloed op de ruwe data van de ActiGraph.
Het gebruik van de GPS Correlator
Om te beginnen klik je op de ‘Select Dataset’ knop en kies vervolgens voor een *.agd file welke epoch-level actigraph data bevat van een ActiGraph device die simultaan gedragen is met het GPS apparaat. Elk epoch level welke groter is dan 1 seconde, wordt meegenomen in de data. Wanneer dit bestand GPS gecorreleerde data bevat, zal de GPS correlator tool de keuze geven tussen het verwijderen of selecteren van een andere GPS dataset om de huidige GPS data te vervangen.
In de sectie van de GPS data, selecteer het type en selecteer het GPS bestand welke de tijd-gesamplede GPS data bevat. ActiLife met een waarschuwing komen of deze data echt aansluiten bij de actigraph data in het *.agd bestand welke je geselecteerd hebt.
Selecteer daarna in de resultatensectie de gewenste vorm van output(s). “Create a CSV correlation output” zal ervoor zorgen dat er een CSV bestand wordt gemaakt welke zowel epoch level actigraphy data en GPS data in gescheiden kolommen bevat, gekoppeld door tijdstempels. De optie “Create an intensity map (KMZ) output” zorgt ervoor dat er een KMZ bestand wordt gemaakt welke de gecorreleerde GPS data pointen en afkapwaarden voor intensiteit bevatten. Gebruikers kunnen het KMZ bestand in diverse programma’s openen, waaronder in Google Maps. Selecteer de gewenste afkapwaarden zoals door ActiGraph geformuleerd of ontwerp zelf een nieuwe set afkapwaarden door voor “edit” te kiezen. Klik de box “open with Google Earth” aan en nadat de correlatie is voltooid zullen de gegevens automatisch in Google Earth worden geladen. (Google Earth zal hiervoor wel op dezelfde computer moeten worden geïnstalleerd als ook ActiLife is geïnstalleerd).
Kort over de output
Output van de GPS correlator kan 3 soorten outputs genereren:
1. Een *.agd bestand wordt aangepast om alle GPS data te includeren. Bijvoorbeeld, als de GPS data en de data van de actigraph van verschillende resulutie zijn (zoals 10s epochs tegenover 1s GPS data), zal de correlator tool alle GPS data in het *.agd bestand zetten. De originele actigraph data zal niet worden gewijzigd. ActiLife zal de dataset als normaal behandelen en verwerken, ondanks de aanwezigheid van de GPS data. Deze laatste data kan dan ook ten alle tijden worden verwijderd uit het bestand.
2. Ook een CSV bestand kan gecreëerd worden. De epoch-level data van actigraph zal altijd de prioriteit hebben tijdens het correlatie proces. Wanneer er GPS data met een hogere resolutie zijn, worden deze weggedaan. Zo zal een 10s epoch actigraph bestand welke gecorreleerd moet worden met een 1s epoch GPS bestand, resulteren in een 10s epoch CSV bestand.
3. Tot slot kan er ook een KMZ output gegenereerd worden. Overeenkomstig met het CSV bestand, wordt de KMZ output door de resolutie van de acitgraph data geleidt. Een 10s epoch actigraph bestand gecorreleerd met een 1s epoch GPS bestand zal resulteren in een 10s resolutie KMZ bestand. De overtollige GPS data zal worden verwijderd.
Sedentaire Analyse
De analyse van sedenair gedrag wordt gedaan middels de 'low activity bouts' inde *.agd databestanden. Deze functie is aan en uit te zetten in ActiLife. Wanneer de functie actief is, zijn de volgende outputs mogelijk in de 'Data Scoring' tool:
Een voorbeeld van deze "Details" is hieronder getoond:
Sedentary Analysis Setup
Om de sedentaire analyse goed te kunnen instellen en uit te voeren, kun je de box naast de "Sedentary Analysis" optie aanklikken en vervolgens voor "edit..." kiezen om de parameters te kunnen definiëren. Een voorbeeld is hieronder gegeven:
Voorbeeld: Je hebt een 60sec. epoch bestand. Als een 10 minuten minimum is ingesteld, er een daling van 2 minuten wordt ingevoerd, en een maximum count level van 99, de volgende volgorde zou worden beschouwd als een sedentaire bout:
Epoch tijdperiodes refereren naar de data in de epoch volgens de onderstaande tijdsstempel. Hier wordt een voorbeeld genomen waar data in epochs van 15 seconden wordt verzameld, gestart op 9:00:00:
Data van 9:00:00 – 9:00:14 wordt bestempeld als 9:00:00
Data van 9:00:15 – 9:00:29 wordt bestempeld als 9:00:15
Data van 9:00:30 – 9:00:44 wordt bestempeld als 9:00:30
Data van 9:00:45 – 9:00:59 wordt bestempeld als 9:00:45
Data van 9:01:00 – 9:01:14 wordt bestempeld als 9:01:00
Data van 9:01:15 – 9:01:29 wordt bestempeld als 9:01:15
Ja, dat kan. Data kunnen geüpload worden naar een ActiSLeep account in .dat formaat door gebruik te maken van de ‘ActiSleep Client Application’ (http://support.theactigraph.com/product/ActiSleep-software). Belangrijk is dat deze data over alle andere data op desbetreffende ActiSleep account heen zal worden geschreven in .dat formaat.
ActiLife vereist dat Microsoft DOT Net framework, v3.5, SP1 is geïnstalleerd op de computer die voor ActiLife wordt gebruikt. Deze is gratis te downloaden en is standaard beschikbaar bij Windows Vista/7, maar mogelijk niet bij Windows XP. Hieronder is de locatie van de downloads te vinden:
Web Installer (download alleen de meest noodzakelijkje componenten):
http://www.microsoft.com/download/en/details.aspx?id=22
Full Installer (Groter bestand. Noodzakelijk voor computers zonder toegang tot internet):
http://www.microsoft.com/download/en/details.aspx?id=25150
Wellicht wil je ook direct DOT Net 4.0 en 4.5 installeren; deze kunnen geïnstalleerd worden naast de voorgaande installatie en zijn te vinden op de volgende locatie:
DOT Net 4.0:
Web Installer: http://www.microsoft.com/en-us/download/details.aspx?id=17851
Full Installer: http://www.microsoft.com/en-us/download/details.aspx?id=17718
DOT Net 4.5 Update:
Web Installer: http://www.microsoft.com/en-us/download/details.aspx?id=30653
Na de installatie moet de computer opnieuw worden opgestart en kan nogmaals geprobeert worden ActiLife te installeren.
Helaas is de ActiGraph software momenteel nog incompatibel met Macintosh computersystemen. ActiGraph is echter druk met de ontwikkeling om de koppeling wel tot stand te kunnen brengen. Uiteraard maakt ActiGraph via de website bekend wanneer de ontwikkeling is afgerond.
Ja, het is mogelijk om ActiLife 5 of 6 en een oudere versie van Actilife op dezelfde computer te gebruiker. Het is dan echter niet meer mogelijk om de devices te laten communiceren met de oudere versie(s). De volgende macro’s en functies zijn nog wel te gebruiken in dit geval:
- Create Graphs (PDF/Exel)
- Create Caloric Output File
- Show Data Table
- Crouter 2-Regression Model
- Sleep Scoring
- Hear Rate/Energie Expenditure
- Children’s METs
Let op : ActiLife 5 download files niet langer in een *dat file formaat. Je moet ActiLife5 gebruiken om het gedownloade bestand om te zetten in het goede formaat.
Er zijn ActiLife licenties beschikbaar voor installaties op een single pc, maar er bestaat ook een entreprise licentie waardoor de software op 10 pc’s kan worden geïnstalleerd. Deze licentie wordt aanbevolen voor gebruikers die 5 of meer pc’s willen gebruiken.
Single Licenties
Een single licentie kan op elke pc geïnstalleerd worden en ook verplaatst worden naar andere pc’s. Gebruikers die vijf of meer licenties nodig hebben, wordt aangeraden voor een entreprise licentie te kiezen, waarmee 10 installaties op verschillende pc’s kunnen plaatsvinden. Bij een single licentie softwarepakket, zitten ook drie LITE licenties. Zie hieronder voor een beschrijving.
Entreprise Licenties
Gebruikers met een entreprise licentie kan de ActiLife software op maximaal 10 pc’s tegelijk geïnstalleerd worden. Licenties kunnen verplaatst worden naar andere pc’s, maar het totaal aan geactiveerde programma’s kan nooit boven de 10 zijn met één entreprise licentie. Een entreprise licentiepakket wordt geleverd in combinatie met 15 LITE licenties. Zie hieronder voor een beschrijving.
ActiLife LITE
ActiLife Lite is een gecomprimeerde versie van de totale softwareversie. Het geeft gebruikers de mogelijkheid om tegelijkertijd meerdere devices te initialiseren en gegevens te downloaden. Alle analyse opties zijn echter niet aanwezig in de LITE versie. Onderzoekers en laboranten kunnen ActiLife LITE gebruiken om snel te implementeren en meerdere apparaten op te halen ter voorbereiding van grote longitudinale studies.
ActiLife LITE is alleen beschikbaar in combinatie met een single of entreprise licentie en kan niet los worden besteld. Gebruikers met een single licentie beschikken over 3 LITE licenties terwijl gebruikers met een entreprise licentie 15 LITE licenties tot hun beschikking hebben.
ActiLife software kan worden verplaatst/gede-installeerd van de ene pc naar een andere door ActiLife te deactiveren. Dit kan met de volgende handelingen:
- Start ActiLife en ga naar het “Help” menu
- Klik op “Deactivate”
- Typ vervolgens het woord “DEACTIVATE” in de vrije ruimte (met hoofdletters)
- Klik op de “Deactivate” knop en klik vervolgens op “ok"
ActiLife zal nu worden gedeactiveerd. Als je ActiLife op een andere pc weer wilt installeren, is hetzelfde serienummer en licentiecode bruikbaar als bij de gedeactiveerde versie. Deze stappen kunt u zo vaak herhalen als noodzakelijk is.
Een enkele keer krijgen we de vraag of de werkelijke hellingshoek te bepalen is met onze devices. Sommige onderzoekers hebben meer informatie nodig dan enkel een categorische aanduiding van zitten, staan of liggen. Deze informatie is momenteel niet beschikbaar in ActiLife zelf, maar kan wel verkregen worden uit de ruwe data door enkele berekeningen als hieronder beschreven staan te gebruiken. ActiLife voorziet niet in deze informatie omdat er gekozen is voor het analyseren van enkel de Epoch data.
De hellingshoek(en) kunnen verkregen worden uit de ruwe data. Zowel de pitch en roll kunnen worden berekend, maar op dit moment is er niet genoeg informatie om yaw / heading te kunnen bepalen.
Voor meer informatie over de hoeken en de data van de 3 assen van de accelerometer, kan het volgende artikel geraadpleegd worden:
http://www.analog.com/static/imported-files/application_notes/AN-1057.pdf
Op te merken is dat dit artikel ervan uit gaat dat gemeten versnellingen alleen door de zwaartekracht ontstaan. Dus elke versnelling door de gebruiker moet uit de data gefilterd worden. Dit kan niet gedaan worden met behlp van een 'low-pass' filter omdat de zwaartekracht constant is en de versnelling van de gebruiker zeer variabel.
Het op de juiste manier instellen van het filter is afhankelijk van de gewenste resultaten . Een 'high-order' filter met een lage afkapfrequentie zal zorgen voor mooie, gladde resultaten, maar zal traag reageren op veranderingen in hoek. Het tegenovergestelde geldt voor het verhogen van de frequentie. Je moet dus een afweging maken tussen 'noise' en responsiviteit. Dit filter moet door de onderzoeker zelf gemaakt worden.
Voor extra informatie kan het volgende artikel geraadpleegd worden: hier.
Lux, of omgevingslicht, wordt gemeten door ActiGraphs ActiSLeep, ActiSleep+, ActiTrainer, GT3X+, wGT3X+ en wActiSleep+ devices. Omgevingslicht mogelijk beïnvloed de slaapgewoonten van de proefpersoon en is dus een bruikbare parameter om slaappatronen en het dag-nacht ritme. Lux data wordt eenmaal per epoch opgeslagen. Voor de GT3X+, ActiSLeep+, wGT3X+ en wActiSleep+ wordt deze data eenmaal per seconde opgeslagen. Wanneer de data omgezet wordt van een GT3X+ bestand naar een geaccumuleerd *.agd formaat met epoch lengtes die groter zijn dan 1 seconde, wordt de data gemiddeld. Hieronder een overzicht met de afkapwaarden. De ActiTraier, GT3X+ en wGT3X+ kunnen waarden tot 25000 onderscheiden, de ActiSLeep, ActiSLeep+ en wActiSleep+ kunnen dat tot en met 6000.
Let op: deze niveaus zijn geschatte waarden en niet geschikt voor precieze interpretatie van het gedetecteerde licht door het device. Lux waarden zoals beschreven door ActiGraph zijn bedoeld voor algemene richtlijnen voor gemiddelde lichtintensiteit.
We zullen beginnen met het allereerste dat je ziet wanneer je ActiLife opent; de tab ‘device’. Dit is waar alle interacties met de monitors worden weergegeven; initialisatie, downloaden, firmware updates etc. Je zult zien dat een aantal kolommen informatie geven over de monitor zelf; het serienummer, de batterij status, sample rate van de te verzamelen data etc. Er zijn ook knoppen aan de bovenkant van het scherm die acties toestaan met de monitors die gekoppeld zijn.
We zullen hier niet verder ingaan op de draadloze functionaliteit van de monitor. Dit zal in een ander schrijven uitvoerig besproken worden.
De volgende stap na het verzamelen van de data, is de analyse. De eerste stap in dit proces is het definiëren van draagtijden en niet-draagtijden (wear-tim en non-wear time validation). Dit is een methode waarbij ActiLife bepaalde epochs definieert als draagtijd of tijd waarin de monitor niet gedragen is. Dit kan gedaan worden door voor een bepaald algoritme te kiezen welke het beste bij de dataset past. Voor verdere informatie over de verschillende algoritmen kun je gaan naar de FAQs over het Cole-Kripke en Sadeh algoritme.
Aan de linker zijde in deze tab zijn de verschillende criteria te zien welke je kunt aanpassen voor uw specifieke studie. Over het algemeen geldt dat de standaard waarden goed zijn, maar ze kunnen uiteraard aangepast worden naar eigen inzicht. De knoppen aan de bovenkant van deze tab zorgen ervoor dat datasets kunnen worden toegevoegd of verwijderd. Klik vervolgens op de knop ‘calculate’ om de kolommen te vullen met waarden die voldoen aan de geselecteerde criteria. Met behulp van de scroll bar is het mogelijk om door de hele dataset te lopen. Wanneer je geïnteresseerd bent in data op epoch niveau, klik je op de knop ‘details’ die zich naast de dataset bevind.
De volgende tab is de tab ‘data scoring’.
Wanneer de data gevalideerd is, kan de analyse echt starten. De Data Scoring tool in ActiLife biedt de mogelijkheid om de dataset te analyseren voor alle primaire criteria die voor actigraphy belangrijk zijn: energieverbruik, METs, afkappunten, bouts, hartfrequentie en sedentaire analyse. Voor meer informatie kunt u gaan naar FAQ Hoe werkt de sedentaire analyse?
Aan de linker kant van deze tab zie je de diverse criteria die toegepast kunnen worden. Verschillende algoritmen zijn te selecteren voor afkappunten, bouts en sedentaire analyse. Ook kun je naar eigen inzicht zelf algoritmen toevoegen. Data en tijdsfilters zijn toe te voegen zodat alleen bepaalde tijdsperiodes of dagen meegenomen worden in de analyse.
Met de knoppen aan de bovenkant van het scherm kunnen datasets toegevoegd en verwijderd worden en kunnen de kolommen worden aangepast die getoond worden. Het aantal getoonde datasets wordt hierin ook aangegeven. De knoppen aan de onderzijde van het scherm zorgen ervoor dat de analyse kan plaatsvinden en dat de data kunnen worden geëxporteerd naar CSV of XLSX formaat.
Wanneer de data ‘gescoord’ is, kun je op de detail knop klikken (naast de naam van de dataset) om een uitsplitsing te bekijken op epoch niveau. Als er sedentaire data en/of bouts zijn gescoord, zullen deze periodes hier ook zichtbaar zijn.
Om de afkappunten specifiek voor u te maken, kunt u klikken op de edit knop naast de afkappunten, zodat de ‘cut point editor’ geopend wordt. Je kunt de huidige afkappunten niet wijzigen, maar wel nieuwe afkappunten toevoegen, zodat deze passen bij de eisen van uw dataset.
Hetzelfde is mogelijk voor het definiëren van uw eigen ‘bouts’.
En ook voor het aanpassen van de afkappunten voor de sedentaire analyse.
Voor veel gebruikers zal dit alles zijn waar ze mee te maken krijgen tijden hun onderzoek. Er is echter ook nog een mogelijkheid om de tabs ‘sleep analysis’ en ‘PLM’ te gebruiken voor het analyseren van slaapdata. Hiervoor verwijzen wij graag door naar desbetreffende FAQ.
De volgende tab waar we verder op in gaan is de tab ‘sleep analysis’. In deze tab is het maar mogelijk om 1 dataset tegelijk te analyseren. Dit wordt gedaan door een uitgebreide weergave van tabellen en grafieken, waardoor er geen ruimte is om meerdere datasets tegelijk weer te geven.
Er zijn een aantal functies die extra aandacht verdienen:
De knop ‘select dataset’ zorgt ervoor dat de data in deze tool wordt geladen. Er bestaat ook de mogelijkheid om een schaal van 24 of 48 uur te selecteren voor een grafiek. De ‘autoscore’ zorgt voor de automatische detectie van slaapperiodes. Je kunt ook switchen tussen het Cole-Kripke en Sadeh slaap algoritmen. Voor meer informatie over deze algoritmen kun je kijken bij de FAQs over het Kole-Cripke en Sadeh algoritme.
Wanneer de ActiSleep/ActiSleep+/wActiSLeep+ monitors worden gebruikt, is het ook mogelijk om eigen slaap algoritmen toe te voegen.
Wanneer de slaapperiodes automatisch of handmatig zijn aangegeven, bestaat de optie om deze data te exporteren als PFD of CSV bestand. Let erop dat nadat je de slaaptijden hebt toegevoegd, er ook informatie staat in de rechter onderhoek van de slaap analyse tool.
Daarnaast is het ook mogelijk om een ‘actogram’ te vullen met de data, welke wellicht behulpzaam is om de data over meerdere dagen te analyseren.
Voor welk scherm je ook kiest, wanneer je klikt op de ‘show sleep epoch’ knop, wordt er meer gedetailleerde informatie over de dataset getoond. Exporteren van de data gaat middels de ‘save sleep report’ knop.
Let op dat de functies van auto sleep score, custom sleep slgorithm, sctogram view en clinical reports alleen beschikbaar is in ActiLife wanneer een ActiSleep/ActiSleep+, wActiSleep+ monitor is gekoppeld.
De volgende tool die we zullen bespreken is de ‘Periodic Limb Movement’ (PLM) Analyse
Een van de meeste gestelde vragen die we krijgen is “hoe moet ik mijn ActiGraphs en ActiLife nu gebruiken?” en “Ik heb echt geen idee waar ik moet beginnen”. Kunt u me alsjeblieft helpen? Het doel van dit schrijven is om een stappenplan te geven voor het gebruik van de ActiGraph monitors en de meest gebruikte tools in ActiLife, de Data Scoring en Analyse tool. Als basis voor dit scrhijven wordt ActiLife 6.4.2 gebruikt, welke is geïnstalleerd op een 64-bit pc met Windows 7 Professional, in combinatie met één van onze nieuwe ANT+ draadloze monitors, de wActiSleep+. Ondanks dat sommige opties wellicht in de door u gebruikte versie net iets anders zijn, moet het over het algemeen behoorlijk met elkaar overeen komen.
Indien u ActiLife nog niet hebt geïnstalleerd, ga naar de volgende link: http://www.actigraphy.nl/nl/downloads?id_product=11 en kies voor ActiLife 6.
Het allereerste waarvan je zeker moet zijn is dat de monitor is opgeladen. Als de monitors verstuurd worden, zijn ze deels opgeladen en bevinden ze zich in de zogenaamde “Halt” modus. Dit betekent dat de monitor in een soort slaapmodus zit, waardoor er minder batterij verbruikt wordt, en het nog geïnitialiseerd moet worden (zoals je ook bij een nieuwe telefoon de batterij eerst volledig op moet laden en deze moet activeren). Het opladen is simpel, verbind de monitor met een beschikbare USB pport op de computer en de LED begint te knipperen, wat betekend dat het opladen is gestart. Het volledig opladen neemt 2 tot 3 uur in beslag, afhankelijk van de status van de batterij. Wanneer de monitor volledig is opgeladen, blijft de LED continu branden terwijl deze aan de pc hangt.
Wanneer ActiLife is geïnstalleerd en geactiveerd en de monitor volledig is opgeladen, kunnen we beginnen. Er zijn vijf basis stappen: initialisatie, data verzamelen, downloaden van de data, draagtijd valideren en analyseren van de data:
Details over deze processen volgen later in dit schrijven. Wellicht bent u als gebruiker niet verantwoordelijk voor alle stappen in het onderzoek, maar het begrip van al deze processen bevordert wel het begrip van uw schakel in het gehele proces.
Aan het einde van dit overzicht van ActiLife zal stap voor stap het gehele proces van start tot finish met behulp van Epoch data behandeld worden. Maar eerst kan het wellicht helpen om elke tab in ActiLife te beschrijven en voor welke stap in het proces deze tab verantwoordelijk is.
Wanneer u ruwe *gt3x files naar *csv (via de functie ruwe data naar ruwe data of het Import/Exprt menu), kan er een keuze gemaakt worden voor het toevoegen van tijdstempels (Include Timestamps). Deze optie voegt een extra kolom toe aan de *.csv resultaten met de volledige datum en een tijdstempel op de miliseconde nauwkeurig:
Dit kan ook als standaard ingevoerd worden bij Tools --> Opties --> Download tab:
Een 'punt' notiatie wordt gebruikt om de miliseconde aan te geven in de ruwe data. Hieronder volgt een voorbeeld van een stukje ruwe geëxporteerde data op 30Hz.
Wear time validatie defaults
De defaults gedefinieerd voor wear-time screening (60 minuten van achtereenvolgende nullen met een 2 minuten spike tolerance) zijn afgeleid van het onderzoek Identification of accelerometer non-wear time and sedentary behavior uit: Research Quarterly for Exercise and Sport, ingediend op 1 juni 2010. Toestemming om dit artikel te delen verkreeg ActiGraph bij de hoofdredacteur van Research Quarterly for Exercise and Sport.
Cut Points Defaults
- Default set – cut points voor counts groter dan 1952 komen uit: Calibration of the Cpmuter Science and Applications, Inc. Accelerometer (http://www.theactigraph.com/article/research-database/validation/calibration-of-the-computer-science-and-applications-inc-accelerometer/)door Freedson, Melanson en Sirard. De ‘light’ waarden zijn gebaseerd op het artikel van C. Matthews (http://www.theactigraph.com/article/research-database/calibration-of-accelerometer-output-for- adults/)
- Vexctor Magnitude (VM3) set - de cut points voor de VM3 vector magnitude defaults komen uit het artikel: Validation and Comparison of ActiGraph Activity Monitors (in press) door J. Sasaki, D. John, en P. Freedson. (http://www.theactigraph.com/article/research-database/validation-and-comparison-of-actigraph-activity-monitors/)
- Children’s set – cut points voor kinderen komen uit het werk van Freedson, Pober en Janz: Validation and Calibration of an Accelerometer in Preschool Children. http://www.theactigraph.com/article/research-database/validation/calibration-of-accelerometer-output-for-children/
- Prescool set - De cut points voor preschool kinderen (2-5 jaar) komen uit het artikel van L. Masse et al. (http://www.theactigraph.com/article/research-database/validation- and-calibration-of-an-accelerometer-in-preschool-children/)
Bout Detection Defaults
- Bout detective defaults komen uit het onderzoek van L. Masse et al: Accelerometer Data Reduction: A Comparison of Four Reduction Algorithms on Select Outcome Vartiables(http://www.theactigraph.com/article/research-database/accelerometer-data-reduction-a-comparison-of-four-reduction-algorithms-on-select-outcome-variables/)
METS
- De formule voor METS voor 18 jaar en ouder komt uit het artikel: Calibration of the Computer Science and Applications, Inc. Accelerometer geschreven door Freedson. (http://www.theactigraph.com/article/research-database/validation/calibration-of-the-computer-science-and-applications-inc-accelerometer/)
- De formule voor METS voor kinderen komt uit Predictive Validity of Three ActiGraph Energy Expenditure Equations for Children door S. Trost, R. Way en A. Okely. (http://www.theactigraph.com/article/research-database/predictive-validity-of-three-actigraph-energy-expenditure-equations-for-children/)
De laatste release is altijd te vinden op de website van ActiGraph: http://www.actigraphy.nl/downloads
Let op dat de software ten alle tijden eerst geactiveerd moet worden voordat de functies gebruikt kunnen worden. Neem contact met ons op indien er verdere vragen zijn die hier betrekking op hebben.
1. Ga naar http://www.actigraphy.nl/nl/downloads
2. kies voor het juiste product
3. onderaan vind je de handleiding voor desbetreffend product
Er zijn verschillende manieren om het serienummer van een device te vinden.
De nieuwste devices zullen al beschikken over een sticker met het serienummer daarop. Indien dit niet het geval is, zult u via onderstaande beschreven manieren het serienummer vinden.
ActiLife:
ActiSync:
Vind de ActiSync pictogram in het systeemvak (rechtsonder in het bureaublad) en klik met de rechtermuisknop op het pictogram.
ActiSleep\ActiTrainer (legacy) Software
Bij de ActiTrainer dienen de volgende stappen genomen te worden om het serienummer en firmware versie te tonen:
1. Klik op de ‘select’ knop om het menu op de ActiTrainer te openen
2. Scroll tot de optie ‘DEV INFO’ in beeld komt en selecteer deze
3. Selecteer vervolgens ‘REV INFO’
4. De firmware versie en serienummer van het device worden nu getoond.
Ter herkenning staan hieronder de voorvoegsels van serienummers van de verschillende devices:
Device Voorvoegsel
GT1M LYN
GT3X MAT
GT3X+ NEO
ActiTrainer PUL
ActiSleep MID
ActiGo MOR
Er zijn twee algoritmen voor handen voor het slaap gerelateerde onderzoek. Beide algoritmen scoren individuele epochs als slapen of niet-slapen. Gebaseerd op de resultaten van de algoritmen kan ActiLife de start van de slaap, de inslaapfase (latency), totale slaaptijd, wakker na start slaap, aantal keren wakker worden en efficiëntie onderscheiden.
Het algoritme van Sadeh komt uit het artikel van Sadeh, Sharkey en Carskadon: Activity Based Sleep-Wake Identification: An Empirical Test of Methodological Issues.
http://www.theactigraph.com/article/research-database/activity-based-sleep-wake-identification-an-empirical-test-of-methodological-issues/
Het algoritme van Cole Kripke komt uit het artikel van R. Cole en D. Kripke: Automatic Sleep/Wake Identification from Wrist Actigraphy.
http://www.theactigraph.com/article/research-database/sleep-wake-identification/
De PLM tool in ActiLife wordt gebruik gemaakt van enkele algoritmen om de PLM’s te kunnen detecteren. Onderstaande beschrijft de termen en referenties die zijn gebruikt om de algoritmen te ontwikkelen:
- Kicks – Kicks zijn simpele bewegingen van de voeten, de typische Periodic Leg Movements (PLM) gedetecteerd door PSG. Het device wordt gedragen op de dorsale kant van elke voet op de basis van de grote teen en is daarom meer sensitieve voor die ‘kicks’ dan een EMG welke meet met electroden die geplaatst zijn op de m. tibialis anterior. De beslissing om de ActiSleep op de basis van de grote teen te plaatsen, is gebaseerd op het onderzoek van Kemlink, et al. i http://www.theactigraph.com/article/research-database/a-comparison-of-polysomnographic-and-actigraphic-evaluation-of-periodic-limb-movements-in-sleep/. Het concept van de ‘kicks’ en hun relatie met EMG komen uit het artikel van M. King, et al: The http://www.theactigraph.com/article/research-database/validation-actigraph-periodic-leg- movement/ en van E. Sforza, et al: http://www.theactigraph.com/article/research-database/ambulatory-device-detection-of-periodic-leg-movements/
- PLMS – Periodic Leg Movement during Sleep. De definitie van PLM zoals gebruikt in ActiLife komt overeen met de definitie die is geformuleerd in het artikel van Gschliesser, et al., PLM detection by actigraphy compared to polysomnography: A validation and comparison of two actigraphs (http://www.theactigraph.com/article/research-database/plm-detection-by-actigraphy-compared-to-polysomnography-a-validation-and-comparison-of-two-actigraphs/) Volgens dit artikel wordt PLM gedefinieerd als ‘een opeenvolging van vier of meer bewegingen van het been met tussenpozen van 5 – 90 seconden met een duur tussen 0.5 en 5 seconden’. Omdat de kleinste epoch in ActiLife 1 seconde bedraagt, is de definitie daar op aangepast. Een minimum van 4 ‘kicks’ zijn noodzakelijk om de PLM bout (of PLMS) te starten.
- PLMS Bouts – PLMS bouts zijn simpel gezegd de achtereenvolgende bouts welke de ononderbroken PLM representeren. Een PLM wordt niet meegenomen wanneer de tijd tussen de ‘kicks’ meer dan 90 of minder dan 5 seconden bedraagt. Deze informatie komt uit het artikel van Gschliesser, et al., PLM detection by actigraphy compared to polysomnography: A validation and comparison of two actigraphs. (http://www.actigraphcorp.com/research-database/plm-detection-by-actigraphy-compared-to-polysomnography-a-validation-and-comparison-of-two-actigraphs/ )
HREE staat voor 'Hartslag Energievergruik" (Heart Rate Energy Expenditure). Deze tool werkt met *.agd bestanden welke hartslagdata (per minuut) bevatten, verkregen via een draadloze hartslag ontvanger. Compatibele ActiGraph devices waaronder de ActiTrainer (obsoleet), de wGT3X+ en de wActiSleep+ monitoren. 'W' devices verzamelen hartfrequentie data over een draadloos ANT+ kanaal van de ANT hartslag monitor (te koop bij ActiGraph).
Wanneer een *.agd bestand hartfrequentie data bevat, gebruikt de HREE tool deze informatie om het energieverbruik tijdens de laag ambulante bewegingen te berekenen. Dit algoritme onderzoekt de hartslag tijdens hoge intensiteit activiteiten en bij lage intensiteit activiteiten (een basislijn te verkrijgen) zodat een vergelijking ontstaat die kan worden gebruikt wanneer de intensiteit van de activiteit laag zijn en maar hartslag hoog. Deze vergelijking kan worden gebruikt om de verbrandde caloriën te schatten tijdens niet-ambulatoire periodes (e.g. tijdens fietsen of gewichtheffen).
Note: Deze methode is niet gevalideerd door een onafhankelijke onderzoeksorganisatie. Het is afgeleid door de R&D afdeling van ActiGraph en is niet niet onderzocht bij grote populaties.
De HREE tool berekend 5 variabelen:
ADL Heart Rate - Dit is de gemiddelde dagelijkse hartfrequentie voor de gehele dataset. Alle 60s epochs met count level hoger dan 100 counts per minuut (CPM) en een hartfrequentie tussen de 41 en 79 per minuut (bpm) worden gemiddeld. Dit gemiddelde representeerd de ADL hartfrequentie.
Avg Active Heart Rate - De gemiddelde hartfrequentie voor alle 60s epochs met een CPM boven de 1951. De hartfrequentie voor een epoch moet boven de 79 slagen per minuut zijn om meegenomen te worden in het gemiddelde.
Heart Rate Delta - Het verschil tussen de ADL hartfrequentie en de Avg hartfrequentie.
Avg Active Caloric Expenditure - Het gemiddelde calorieverbruik (in kcals) voor alle epochs met een hartfrequentie >79 slagen per minuut en count levels >1951 cpm
Calibration Ratio - De helling van de hartfrequentie - energieverbruik lijn (Avg Active Caloric Expenditure-Average Baseline Calories)/(Avg Active Heart Rate-ADL Heart Rate)
Note: De Gemiddeld Baseline Calorieën wordt niet meegerekend als bestanddeel van de HREE output, maar is slechts een tussenliggende variabele. Deze waarde vertegenwoordigt het gemiddelde calorieverbranding (in kcal) voor alle epochs met een hartfrequentie tussen 41-79 slagen per minuut en count levels > 100 cpm
Om de HREE tool te kunnen gebruiken, moet de *.agd dataset op zijn minst 1 epoch bevatten waar de as 1>100 cpm EN de hartfrequentie <= 41bpm en <= 79bpm EN op zijn minst 1 epoch waar de as > 1951 EN de hartfrequentie >= 80 slagen per minuut.
De mogelijke pictogrammen staan hieronder weergegeven. Niet alle picogrammen komen bij alle devices voor:
Deze optie maakt het mogelijk om ActiLife te laten weten dat het device om de pols wordt gedragen. De data-scoring wordt daartoe aangepast. Helaas is er tot op heden nog geen validatiestudie uitgevoerd welke de juistheid van de berekeningen kan ondersteunen met betrekking tot de informatie over de verbruikte energie. De formele berekeningen aan energieverbruik zijn nog steeds gebaseerd op het dragen van het device om de heup. Dit gezegd hebbende, staat hieronder het overzicht zoals door ActiLife wordt toegepast:
Slaapefficiëntie of ‘slaapefficiëntie index’ is de hoeveelheid slaap in de nachtelijke periode waarin ook echt geslapen is, ofwel de ratio tussen totale slaaptijd en totale tijd in bed. Normaal gesproken zou deze ratio minimaal 85% moeten bedragen. Deze waarde kan verlaagd zijn door bijvoorbeeld slapeloosheid (Bron: American Sleep Apnea Association).
ANT is een efficiënte laag vermogen, draadloos protocol dat werkt in de 2,4 GHz ISM-RF-band. ActiGraphs wGT3X + producten bevatten hardware die hen in staat stelt te communiceren met ActiLife, ActiLife Mobiel, en andere randapparatuur via het ANT protocol. Door de beperkte bandbreedte, wordt ANT draadloze communicatie met ActiLife beperkt tot het overbrengen van informatie die betrekking heeft op de status, waaronder levensduur van de batterij, resterende geheugen en de dagelijkse en algemene slijtage tijd, kcal en cut-point samenvattingen.
Meer informatie over het ANT protocol kan gevonden worden op http://www.thisisant.com/ en http://en.wikipedia.org/wiki/ANT_(network)
API Overzicht
De API functie of "Application Programming Interface" is een nieuwe tool in ActiLife waarmee programmeurs toegang tot belangrijke ActiLife functionaliteit vanuit hun eigen aangepaste applicaties kunnen krijgen. Momenteel biedt API besturing van USB-apparaat initialisaties en downloaden, draadloze initialisaties, draadloze 'burst' downloads, LED-identificatie en ActiLife toepassingen lanceren, te beperken en te herstellen. Meer functies worden dagelijks toegevoegd.
Het gebruik van API
De API-functie is bedoeld voor klanten die behoefte hebben aan concrete en consistente reacties van onze ActiLife software via hun eigen aangepaste web of client-side applicaties. Voorbeelden hiervan zijn:
- Farmaceutische klinische onderzoeken waarbij ActiLife nodig is om te werken binnen een 21 CFR Part 11 compliant systeem
- Grootschalige onderzoeksprojecten die consistente data capture vereisen van laboranten die geografisch verspreid zijn
- Webapplicaties ontwikkeld om objectieve gegevens van patiënten (bedraad of draadloos) vastleggen
Het inschakelen van de API Feature
De API-functie wordt momenteel handmatig geactiveerd door een actigraph medewerker van de klantenservice. Neem contact op met ActiGraph voor meer informatie via sales@actigraphy.nl
Documentatie
De ActiLife API-documentatie wordt continu bijgewerkt als de API functies evolueren. De live-document kan worden bekeken op http://www.actigraphcorp.com/support/API
Prioriteiten voor extra functionaliteit
Het ActiLife team is momenteel actief bezig met de volgende verbeteringen aan de API:
- Offline activeren - ActiLife vereist momenteel een actieve internetverbinding om te functioneren. Deze eis vervalt vanaf versie 6.7
- Extra Data Processing - De API ondersteunt momenteel geen Timewear Validation of Gegevens Scoren functies.
- Bestandsformattering op Download - Momenteel kunnen bestandsformaten niet worden geselecteerd (alleen * agd en * gt3x-bestanden worden ondersteund..)
- Firmware en Application Auto-update Control - Momenteel worden firmware en applicatie-updates automatisch uitgevoerd. Veel van onze API klanten prefereren de mogelijkheid om dit te regelen in het veld.
- Toevoeging van een Factory Reset voor Devices - De API zal gebruikers toestaan om apparaten te herstellen naar de fabrieksinstellingen voor langdurige opslag.
De Low Frequency Extention (LFE) optie is een andere manier van data verzamelen waarvoor gekozen kan worden tijdens het initialiseren van de devices. Het normaal gebruikte filter-algoritme dat bij de andere ActiGraph producten wordt gebruikt, wordt hier toegepast om ruis te elimineren.
Dit filter is ontwikkeld om te werken met ActiGraphs ‘Energy Expenditure Algorithms’. De LFE optie, wanneer ingeschakeld, is een uitbreiding van de onderkant (baseband) van het de filter-cutoff. Deze optie is met name geschikt wanneer metingen worden gedaan bij langzame bewegingen of wanneer er voorzichtig gelopen wordt (bv. ouderen). Voor meer informatie kunt u contact opnemen met ons.
Oudere versies van ActiLife produceren een *.dat bestand waar de verworven data in komen te staan. Deze bestanden bestaan uit 10 regels ‘header data’ (meta-informatie over de inhoud) gevold door epoch geaccumuleerde / gefilterde data. Dit *.dat bestand slaat alle data van de gemeten activiteiten op (1 tot 3 assen), stappenteller, inlcinometer en/of hartslag data in ASCII formaat. Dit bestand bevat ook het serienummer, start tijd, start datum, epoch periode, download tijd, download datum, huidige ‘memory adress pointer, huidige batterij voltage, mode en eerste start tijd. Het bestand kan bekeken worden met elke standaard test editor zoals MS Notepad. De waarden gegeven in de *.dat files zijn zichtbaar tijdens het verzamelen van data.
Device .dat bestand data prioriteit (in volgorde van verschijnen)
GT1M/GT3X/ASM Activiteiten, stappen
ActiTrainer Activiteiten, stappen, hartfrequentie
Let op dat de ActiTrainer data in een apart geheugenslot. Dit onderscheid is met name gedaan voor commerciële gebruikers, bijvoorbeeld hardlopers, die zijn geïnteresseerd in het exacte aantal genomen stappen of afgelegde afstand zodra de training is voltooid, wat het geval kan zijn midden in een epoch. Work-outs kunnen alleen worden ingeschakeld als de ActiTrainer weergave is ingeschakeld en alleen gedurende 60 seconden epochs.
De data tabel in de *.agd database bestaat uit de volgende parameters:
Het Cole-Kripke algoritme is geschikt om toe te passen op de volwassen populatie, omdat de populatie waarop het algoritme gebaseerd is, tussen de 35 en 65 jaar was. Roger J. Cole en Daniel F. Kripke combineerden een scoringsmethode die ontwikkeld was door J. B. Webster met een experimentele heup-actigraph voor de AMI ActiGraph in 1992. Tijdens de testen werd afwisselend 10, 30 en 60 epochs gebruikt, met het hoogste level van nauwkeurigheid door de dataverzameling op 10-seconden epoch perioden.
Het algoritme is toegepast op de ActiGraph ActiSleep devices door tijdens de testen de AMI en ActiSleep devices tegelijk te dragen. De data werden geschaald en gekoppeld.
Het Sadeh algoritme is ontwikkeld door Dr. Avi Sadeh van de Universiteit in Tel-Aviv (Israel) en kan worden toegepast op de jongere populatie omdat de gegevens vergaard zijn bij proefpersonen in de leeftijd van 10 tot 25 jaar. Er werd van hetzelfde device gebruik gemaakt als tijdens de ontwikkeling van het Cole-Kripke algoritme en ook hier werd de data geschaald en gekoppeld waardoor er een algoritme gemaakt kon worden.
Kort gezegd bepaald het algoritme de status van slapen door de activiteit over een 11 minuten lang schuifraam te meten. Voor een gegeven ‘window’ wordt een slaapscore bepaald met behulp van de formule. Nadat de slaaptijd (tijd in bed + tijd uit bed) gedefinieerd zijn, wordt elke minuut op deze manier geanalyseerd.
Er kan door de gebruiker voor vijf verschillende algoritmen gekozen worden:
1. Work-energy Theory. Deze formule gebruik de fysica equivalent van energie:
Kcal = counts x 0.0000191 x massa
Waarbij:
Kcal = totale calorieën voor een enkele epoch
Counts = count level voor een enkele epoch
Massa = gewicht in kg
2. De Freedson vergelijking. Ontwikkeld door Dr. Patty Freedson in 1997 in haar artikel Calibration of the Computer Science and Applications, Inc. Accelerometer. Deze vergelijking is alleen geldig voor > 1951 counts bij volwassenen.
Kcal = schaal x (0.00094 x counts + (0.1346 x massa – 7.37418))
[voor counts ≥ (1952 x schaal)]
Waarbij:
schaal = (epoch periode per seconde / 60)
3. Combinatie (work energy en Freedson vergelijking). Hierbij wordt automatisch rekening gehouden met counts >1951 en <1951.
Kcal = {(work-energy theorem voor counts <1952; Freedson vergelijking voor counts ≥ 1952)}
4.Vector magnitude. Deze optie gebruikt alle 3 de assen om het energieverbruik te bepalen. Deze vergelijking is alleen geldig wanneer het aantal epochs de schaal x 2453 overschrijdt. Deze formule is gevalideerd door Freedson in 2010: http://www.theactigraph.com/article/research-database/validation/calibration-of-the-actigraph-gt3x-activity-monitor/
Kcal = scale x [(0.00097 x vectormagnitude (as1, as2, as3)) + (0.08793 x massa)] – 5.01582
Geldend voor counts > schaal x 2453
Waarbij:
schaal = (epoch periode in seconden / 60)
5. Vector Magnitude Combinatie. Deze optie combineert de vector magnitude formule zoals hierboven genoemd met de work-energy theorem wanneer de 60 seconden epoch counts minder zijn dan 2453.
Kcal = scale x [(0.00097 x vectormagnitude (as1, as2, as3)) + (0.08793 x massa)]- 5.01582
Geldend voor counts > scale x 2453
Kcal = Counts x 0.0000191 x massa
Geldend voor counts ≤ scale x 2453
Waarbij scale = (epoch periode in seconden / 60)
LET OP: berekeningen voor energieverbruik zijn alleen van toepassing bij volwassenen >19 jr.
Er zijn veel vragen en verzoeken met betrekking tot de oorsprong van de term 'count' in relatie tot het meten van activiteiten. Hieronder volgt een uitleg van waarom ActiGraph deze meeteenheid gebruikt en wat het betekend in de ‘fysieke wereld’.
‘Count’ is een blijvende term. Voordat de solid-state analoog naar digitaal convertor commercieel verkrijgbaar was, maakten activiteitenmeters slechts gebruik van ‘threshold crossing’ of ‘cycle count’ activiteitenmetingen. De ‘threshold crossing’ techniek hield in dat elke keer als de activiteit (versnelling) een bepaalde drempel overschreed, er een ‘count’ werd geteld. De ‘cycle count’ benadering leverde een ‘count’ als er voldoende kracht werd toegepast op een mechanische hefboom en deze te verplaatsen door middel van een volledige cyclus (op en neer). Laatstgenoemde is qua aard vergelijkbaar met de hedendaagse stappenteller meettechniek.
De originele activiteitenmonitor van ActiGraph, het 7164 model, maakte gebruik van een mechanische hefboom die veranderingen in versnelling naar tijd mat (g/sec; g=9.806 m/s²). Om ongewenste beweging te onderdrukken en menselijke activiteit te verhogen, werd het versnellingssignaal door een analoog bandfilter geleid, waarvan de uitgang een dynamisch bereik van 4.26g/sec (+ / -2.13g/sec) levert op 0.75Hz (middenfrequentie van het filter). Door het nemen van 10 monsters per seconde, werd dit gefilterde signaal vervolgens gedigitaliseerd in 256 verschillende niveaus door een 8-bits solid-state analoog-digitaal omzetter, waardoor 4.26g/sec per 256 of 0,01664 g / sec / count (elk niveau wordt beschouwd als 1 count). Wanneer elke gefilterd monster wordt vermenigvuldigd met het sample window van 0,1 seconde, wordt een resolutie van 0.001664g/count bereikt.
Een *. agd bestandsformaat is het eigen formaat van ActiLide en is het gewenste bestandstype voor alle ActiLife operaties en hulpmiddelen, zoals Wear Time Validation, Data Scoren, Sleep Scoren, en grafieken. *. agd-bestanden zijn database geformatteerde bestanden voor gebruik met het populaire SQLite architectuur (www.sqlite.org).
AGD File schema
*.agd files worden direct in ActiLife gecreëerd zodra de data van een GT1M, GT3X, ActiTrainer of ASM device is gedownload. Deze *. AGD-bestanden bevatten typische post-gefilterde en verzamelde gegevens omdat dit het enige type gegevens is dat ActiLife op een correcte manier kan verwerken. De rijen in de database vertegenwoordigen gehele epochs optellingen (1s, 5s, 10s, 30s, 60s, etc.). Echter, op het moment van dit schrijven produceren de GT1M, GT3X, ActiTrainer, en alle ASM producten die zijn geïnitialiseerd om ruwe data (12Hz of 30Hz) te verzamelen, een *. agd-bestand op download. Hoewel het bestand niet kan worden verwerkt in ActiLife, kunnen de *. agd-bestanden worden geëxporteerd naar *. csv of *.dat. GT3X + apparaten product een *. gt3x bestand op download (zie *. gt3x File Format). Om dit te kunnen verwerken in ActiLife, moet het bestand worden geëxporteerd naar *. agd-formaat. Dit kan gedaan worden op het moment van downloaden door het controleren van "Create AGD File" in het dialoogvenster voor het downloaden of met behulp van de ingebouwde import / export tool die beschikbaar is in het menu Bestand.
Het Floating Window Criteria’ wordt gebruikt om periodes van inactiviteit te definiëren. Deze periodes (‘non-wear periods’) kunnen worden gemarkeerd en uitgesloten van verdere analyse. Dit betekend dat er de mogelijkheid is om de periodes waarin de ActiGraph niet gedragen werd, uit te sluiten van de analyse. De tool wordt gebruikt om:
De parameters die betrekking hebben op het ‘floating window criteria’ worden hieronder besproken:
Deze tool kan gebruikt worden om makkelijk onjuiste data (of data die verzameld werden wanneer het device niet gedragen werd) te excluderen van de analyse. ‘Wear time validation’ (WTV) geeft ook een samenvatting van de gedragen en niet gedragen resultaten van de verschillende datasets. De ‘data screening criteria’ maakt het mogelijk om de periodes dat het device niet gedragen is te valideren. Deze worden dan verwijderd uit het *.agd bestand. Het wordt simpel gedefinieerd als ‘wear time’ en ‘non-wear time’.
Definiëren van een ‘non-wear period’
Dit gedeelte bevat opties voor het definiëren van een non-wear periode.
- Begin van een non-wear periode na … minuten/epochs van opeenvolgende ‘nullen’ - Na het scannen van de data en het detecteren van achtereenvolgende ‘nullen’ wordt begonnen met het markeren van de tijd dat het device niet gedragen is. De nullen zullen met terugwerkende kracht worden gemarkeerd. De nullen zullen als ‘non-wear time’ te boek komen te staan totdat de ‘spile tolerance’ wordt overschreden.
- Gebruik van vector magnitude - ActiLife scant de vector magnitude van 3-assige data (indien beschikbaar) om wear en ‘non-wear time’ te detecteren. Als deze niet is aangevinkt, zal alleen de verticale as hiervoor gebruikt worden.
- Gebruik een activiteit drempel van … counts per minuut/epoch – In plaats van de detecteren op ‘nullen’ om non-wear time te detecteren, is het bij deze optie mogelijk om hier zelf een drempel voor aan te geven. Data beneden deze drempel zullen worden gedefinieerd als ‘nul’ en dus als ‘non-wear time’.
- Spike Tolerance … minuten/epochs – Deze optie maakt het mogelijk om een ‘valse count’ optie in te stellen zoals beschreven in … ActiLife zal non-wear bouts blijven scoren totdat het aantal boven de ‘spike tolerance’ uitkomt (of boven de activiteitdrempel indien deze optie is ingeschakeld.
Optioneel: Screening Parameters
- Negeer wear-periods minder dan … minuten/epochs - Omdat het WTV algoritme wordt gebruikt, zullen sommige wear-periodes erg kort zijn. Door gebruik te maken van deze optie, is het mogelijk zelf voor een acceptabele minimum wear-periode te kiezen.
- Beoordeel de hele dag als ongeldig wanneer de wear-time minder dan … minuten/epochs is – Door het gebruik van deze instelling is het mogelijk in een keer 24 uur uit de verzamelde data te verwijderen wanneer er minder dan het geselecteerde aantal valide (wear-time) minuten of epochs over de dag.
Veranderen van wear-time validatie algoritme – Voor meer informatie zie: ‘Wat is het verschil tussen de algoritmen van ‘floating window’ en ‘daily wear time validation’?
Benieuwd waar de waarden vandaan komen: ‘Waar haalt ActiGraph de default data scoring en wear-time validatiecriteria vandaan?’
De eisen voor de pc om ActiLife software te kunnen draaien zijn:
De 'Wear Time Validation tool' in ActiLife maakt het mogelijk om epoch-level *.agd bestanden (waarvan de data is verzameld door een ActiGraph device) te screenen en niet gedragen periodes (non-wear periods) aan te geven. Non-wear periodes worden gekenmerkt door periodes met weinig activiteit en een bijbehorend algoritme die kan bepalen of het device daadwerkelijk gedragen is of niet.
Ondanks dat ActiLife over twee Wear Time Validation algoritmen beschikt, wordt niet aangeraden om het algoritme "daily' te gebruiken.
Onderstaand wordt het verschil beschreven tussen de twee algoritmen, het "Daily" en de "Floating Window" algoritme.
Overeenkomsten
Beide algoritmen hebben de volgende overeenkomstige kenmerken:
"Daily" Wear Time Validation
De zogenaamde "Daily" optie verdeeld een data bestand in kalender uren en kalender dagen. Essentieel is dat een uur als geheel wordt gedefinieerd als geldig of ongeldig, volgens de gestelde criteria. Aan het einde van dat uur start deze beoordeling opnieuw.
"Floating Window" Wear Time Validation
Het "Floating Window" algoritme verdeeld de data niet in uren maar kijkt naar opeenvolgende epochs voor patronen.Gebruikers kunnen kiezen uit bijvoorbeeld "only consider 75 minutes of consecutive zeros as non-wea". Nadat het patroon is gedetecteerd worden alle data binnen die range gedefinieerd als 'non-wear'. Er zijn geen kalender uren of dagen geïncludeerd om dit te detecteren. Dit algoritme maakt het de gebruiker mogelijk om meer flexibel met de data om te gaan door bepaalde toleratielevels in de geven, minimale draagperiodes en non-wear stop levels. Voor een complete beschrijving van dit algoritme verwijzen wij graag naar Wear Time Validation Parameters.
GT3X+ devices produceren een intrim-gecomprimeerd bestand: * .gt3x. Dit is een gecomprimeerde file en moet geëxtraheerd worden met behulp van de import/export tool die beschikbaar is in het menu ‘Bestand’. De file kan worden geëxporteerd naar *.agd formaat voor verwerking in ActiLife of *.cvs/*.dat formaat voor de verwerking met behulp van tools van derden. Een *.gt3x bestand kan ook rechtstreeks worden geëxporteerd naar een *.agd indeling tijdens het dowloaden door het aanvinken van ‘create ACG File’ tijdens het downloaden van data.
Er worden 2 verschillende formules gebruikt:
De nieuwste analyse software van ActiGraph, ActiLife 6, reflecteert de continue toewijding aan de gebruikers. ActiGraph heeft zich bij de ontwikkeling van AcitlLife 6 is gefocust op het verbeteren van de efficiëntie en integriteit van data-collectie en de data-management omgeving. Met behulp van een nieuwe, solide infrastructuur en verschillende geanticipeerde nieuwe eigenschappen is ActiLife 6 ontworpen met als centraal doel het helpen van de gebruikers bij hun vergaring van wetenschappelijke en klinische gegevens.
In de afgelopen jaren is het softwareteam van ActiLife gegroeid met 200%, wat ons in staat stelt snel te kunnen reageren op de wensen van de gebruikers door middel van nieuwe en verbeterde data-verzameling, processen en analyse capaciteiten. En groter team betekent een snellere ontwikkelingscyclus en meer frequente updates voor de ActiLife gebruikers.
Bestellen of een offerte opvragen? Neem dan contact op met de Europese distributeur.